Ik kom hier eigenlijk nooit...
Onze nieuwe gast is nog maar net binnen als hij zijn vraag op tafel legt.
‘Niet dat ik daar zo mee zit, maar je hoort vaak verschil van mening hierover.’
Het gaat over de betekenis van brood en wijn.
‘Wij zien het vooral als een symbool.’ De broeder die ook gastheer is, knikt de vraagsteller vriendelijk toe.
‘Dat zie ik toch net even anders..’ De andere gast parkeert zijn hond aan zijn voeten en pakt zijn Bijbel erbij. IJverig begint hij te bladeren. De beide broeders vechten gemoedelijk om het woord en raken een beetje verhit in hun discussie.
Verbaasd kijkt de gast van de een naar de ander. Wie moet hij nu geloven?
De man maakt een vermoeide indruk. Zijn ogen staan dof, zijn rug hangt ongemakkelijk naar achteren. Deze vraag was vast niet de reden van zijn komst. Ik schenk hem nog een kopje koffie in en aai ‘de liefste hond van de wereld’ die nog steeds rustig op zijn baasje wacht. Dan staat zijn baasje op om mee te doen aan het stadsgebed. Onze gast slikt gehaast zijn laatste koffie weg en staat op. Maar bij de deur blijft hij staan.
‘Gaat het verder wel goed met je?’ We kijken hem vragend aan. Hij grijpt zich vast aan de deurpost en knikt.
‘Jawel hoor…. alleen die pijn hè.’
Dan volgt met horten en stoten zijn levensverhaal. Hoe hij als jongeman vreselijk in elkaar is geslagen. Dat hij daarna een beetje is opgelapt. Dat zijn lichamelijk klachten later nooit serieus zijn genomen.
‘En mijn geloof wordt er ook niet beter op. Ik zwalk van de ene uitleg naar de andere. Maar het geeft geen houvast.’
Hij is weer bij de tafel komen staan en leunt zwaar op de stoelleuning. ‘Het komt ook door mijn zere hoofd. En mijn verslaving…’ Hij zucht. ‘Het leven gaat vaak langs me heen. Ik ga nergens meer ècht voor.’
Wij vragen of hij weleens bidt.
‘Jullie weten niet half hoe moeilijk ik ben. Zou bidden mij nog kunnen helpen?’
‘God hoort je altijd! Laat ons voor je bidden.’
‘Nu? Hier?’ Verbaasd laat hij zich op de stoel zakken en knijpt zijn ogen dicht.
We bidden vurig om genezing en aanraking door de Heilige Geest. Langzaam gaan zijn verkrampte handen open. Hij veegt langs zijn ogen.
‘Dit doet me wat, weet je… Ik voelde me zo verrot van binnen. Nu begrijp ik waarom ik hier naartoe moest…’ Rustig komt hij overeind. ‘Ik kom hier eigenlijk nooit.. Dit doet me echt wat.’
Dan strompelt hij met een scheve rug en versleten heupen door de lange gang terug naar zijn leven. ‘Nu vasthouden’ mompelt hij in zichzelf. ‘Niet meer twijfelen. Glimlachend kijkt hij over zijn schouder.
’Dank jullie wel. Echt heel erg bedankt.’ Zijn ogen glanzen.